HET LETTERENHUIS - PUBLICATIE IN NOVEMBER 2020

 

https://www.letterenhuis.be/nl/pagina/brief-aan-marleen-de-crée

BRIEF AAN MARLEEN DE CRÉE

door Monique Bol

 

Marleen de Crée besmette Monique Bol onherroepelijk met de poëziemicrobe.

 

 

MARLEEN DE CRÉE

Monique Bol richtte zich in haar brief tot Marleen De Crée. De Crée werd geboren in Bree in 1941 en is nog steeds actief als dichter.

 

Beste Marleen de Crée
Voor jou doe ik extra mijn best! Ik hou van mijn handschrift, maar mocht een en ander wat
minder leesbaar zijn, dan kan je ook een kopij in word opvragen bij het Letterenhuis.
Waarom ik jou uitkoos voor deze brief? Wel, tijdens een lezing over je werk als dichter heb je
me onherroepelijk besmet met de poëziemicrobe en sindsdien droom ik dat mijn naam in
één adem uitgesproken wordt met het woord auteur. Zal ik ooit, net als jij, dertig
dichtbundels schrijven? Of meer, want volgens mij ben je nog lang niet uitgeschreven.
Binnenkort verschijnt er alweer een geesteskind van jou, met de prachtige titel: “Toen
gisteren nog vandaag was”. In een van de gedichten schrijf je: “zwijgen gleed in de kamers
van het hart. zingen was niet toegelaten.” Hoe graag had ik die woorden zelf verzonnen!
Tijdens je lezing ontdekte ik mijn dwingende voorkeur om, net als jij, hoofdletters te
vermijden in gedichten. Hoe je speelt met klanken! Ik vind je bladspiegel aantrekkelijk. Dat ik
je zei dat je toegankelijk schrijft, vond je een beetje raar, anderen ervaren dat blijkbaar niet
zo. Ach, niets is zo subjectief en zo persoonlijk als poëzie, toch?
In “Tussen boog en snaar” las ik het gedicht met als eerste regel: “spreeuwen worstelen zich
luidruchtig door de mispelboom”. Omdat het beeld me aansprak, vertaalde ik het gedicht
naar het Engels. Ik stuurde je mijn tekst op en je reageerde dat ik het goed gedaan had. Dat
inspireerde me nog meer om zelf te schrijven.
De mispelboom herinnerde me aan mijn grootvader, die dol was op die vruchten. En bij de
spreeuwen dacht ik aan mijn eigen huis, waar vaak zwarte vogels cirkelen, in grote groepen,
net zoals ze dat al deden bij de tuin van Vincent Van Gogh in Zundert. En hoe die vogels ook
hem inspireerden tot grootse dingen.
Kunst en literatuur gaan samen. Je werkt in de tuin, je tekent, en bij goed weer schilder je of
maak je met de hand geschepte boekjes. Al die bezigheden geven je rust en vrijheid. IK
herken dat. Ze zijn de aanzet om weer schrijfinspiratie op te doen. Zo simpel gaat dat. Poëzie
is vanzelfsprekend voor je. De metafoor is de essentie van de beeldspraak, zeg je en hoe je
als dichter steeds blijft denken. Je confronteert jezelf met iets, maar je verandert steeds. Je
vergist je, je valt, je staat op en je gaat weer verder. Geweldig vind ik dat.
Je leerde me ook andere dichters ontdekken. Leonard Nolens was een vriend van je broer. Je
vertelde over de poëziewedstrijd Blanka Gijselen, waaraan je deelnam zonder het te weten,
omdat je man poëzie van jou had ingestuurd. Over Jozef De Belder van uitgeverij Colibrant,
die op de prijsuitreiking vroeg of hij je gedichten mocht publiceren. En hoe je Maurice
Gilliams leerde kennen en hoe je aan deze twee heren “Brieven aan Plinius” opdroeg.
Sindsdien bezocht je Maurice elke donderdag om 2 uur en dan schreven jullie samen.
Schrijven is pikken, zegt men. Van hem leerde je om een sonnet en een vrij gedicht met
structuur te combineren. Je sonnet is niet helemaal volgens het boekje of hoe Shakespeare
dit zag, zeg je, maar ook dat het niet uitmaakt.
Van vriendschap gesproken: zelf ondervond ik ook hoe fijn het is om met collega-dichters
nieuwe gedichten te bespreken, om ze daarna op mijn eentje te herwerken. Zo’n gesprekken
geven vleugels. Wat een voorrecht was het dat je dat elke week kon met Maurice! En hoe
geweldig is het dat je man steeds aan je zijde staat. Hoe jullie als een hecht team in de
natuur wonen en werken.
Je sprak ook over Arthur Rimbaud, Jacques Brel, Fernando Pessoa, Karel Van de Woestijne,
Hugo Claus, Eva Gerlach, ... Door jou ontdekte ik dichters als Rainer Maria Rilke, die nadacht
over de dingen en ze verwoordde, of Paul van Ostaijen die je al las als kind en hoe je je
afvroeg wat hij bedoelde met het gedicht “Marc groet 's morgens de dingen”. Je zag je vader
vaak lezen en je moeder zocht goede boeken uit voor de kinderen. Je leerde jezelf lezen en
zingen. In die huiselijke omgeving ontstond jouw goesting om zelf te schrijven.
Als goede raad gaf je me mee: “Wees een spons, het is nooit genoeg en nooit vervelend.
Lees zoveel mogelijk. Hoor, zie, voel, of voel net niet.” Wat ik ook leerde: dat schrijven
discipline vereist, en dat het fijn is dat een gedicht liefst niet van de eerste keer begrepen
wordt, zodat de lezer het steeds wil herlezen.
En dat is wat ik deed en doe: dichters lezen en herlezen. Hun levenswandel en hun
gedichten. De mogelijkheden zijn oneindig en mijn dagen niet lang genoeg om me in elk van
hen te verdiepen. Elke dag weer concurreert het ontdekken van dichters met mijn drang om
zelf te schrijven.
Heb je al kladjes of gedichten of gebruiksvoorwerpen die te maken hebben met je werk laten
archiveren in het Letterenhuis? Ik zou het graag samen met jou ontdekken, net als het werk
van de dichters die je aanhaalde.
Dit jaar kan ik niet langskomen voor een praatje met jou op de boekenbeurs, bij de stand van
P, de uitgeverij die in mijn stoutste droom ooit ook mijn werk ontdekken zou, zodat mijn
bundel kan pronken naast de jouwe. Dat zou pas geweldig zijn.
Een hartelijke groet,
Monique

 

De Crée was goed bevriend met collega-dichter Maurice Gilliams. Op deze foto uit ons archief zie je ze samen in de tuin.

Ze droeg verschillende van haar dichtbundels aan hem op. Zoals deze bundel zonder titel.

In 1991, 9 jaar na de dood van Gilliams, won ze de naar hem vernoemde prijs voor haar bundel Over de Brug der Aarzelingen.

 

+++

De brief van Monique Bol werd door de jury (Nele Hendrickx, directeur Letterenhuis, Michaël Vandebril, dichter en coördinator Antwerpen Boekenstad, en Jet Steinz) beloond met de derde prijs in onze brievenwedstrijd naar aanleiding van de week van het Nederlands. Monique krijgt een abonnement op Zuurvrij en het boek P.S. Van liefdespost tot hatemail van Jet Steinz. (november 2020)

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb